Op werkdagen voor 23:00 besteld, morgen in huis Gratis verzending vanaf €20

Recensie

Zorgvernieuwing

Proefschriften zijn niet altijd leuk om te lezen. Zeker bedrijfskundige proefschriften niet. De methodologische hoofdstukken smeken om te worden overgeslagen, en men is al snel geneigd om alleen de 'management summary' te lezen. Bij 'Zorgvernieuwing' van Annemarie van Dalen is het volledig anders. Dit komt niet alleen door het thema, maar ook door de speelse wijze van schrijven.

Henk den Uijl | 27 december 2012

Van Dalen doet twee antropologische studies bij zorgorganisaties die in de publieke sfeer veel bekendheid hebben verworven door vernieuwende vormen van besturing die ogenschijnlijk geweldige zorg en professionaliteit opleveren. Dit zijn Buurtzorg Nederland en Esgédé Reigersdaal. De eerste is voor velen bekender dan de tweede. Iedereen kent natuurlijk alle platitudes: dat Buurtzorg goede zorg levert, alle verpleegkundigen van Nederland smachten om daar aan het werk te gaan, dat er weinig bureaucratie is en dergelijke, maar niet eerder is er zo'n prachtige studie naar gedaan. Het aardige van de combinatie tussen antropologie en bedrijfskunde is dat de lezer een inkijkje krijgt in de organisatie. Er is, in vergelijking met veel bedrijfskundige werken, zeer veel concreet materiaal van de werkvloer beschreven. Hier worden door Van Dalen allerlei abstracte conclusies uit getrokken, maar de lezer was hier, bij wijze van spreken, zelf ook achter gekomen; je wordt uitgedaagd om zelf conclusies uit de cases te trekken. De Nederlandse zorg houdt zichzelf gevangen. Een doorgeslagen vorm van risicomanagement leidt ertoe dat bestuurders en managers volledig verkrampen; heel veel bureaucratie, regeltjes en informatiestromen, verantwoordingsmechanismen en dergelijke en dat allemaal om te zorgen dat de buitenwereld je niet van iets kan beschuldigen. Bovendien is de Nederlandse zorg mimetisch van aard; iedere organisatie is op vrijwel identieke wijze georganiseerd. Dit komt volgens Van Dalen doordat instituties de neiging hebben om aan te tonen dat ze niet anders zijn dan anderen, om zo legitimiteit te winnen. Maar soms komt het ook gewoon doordat men niet creatief genoeg is of niet beter weet. De onderzochte organisaties willen juist aantonen dat ze anders zijn, een beetje burgerlijk ongehoorzaam zijn, en bovendien niet bang zijn om risico's te nemen. In deze studie voel je dat deze organisaties bruisen van leven. Er zijn, zo schrijft Van Dalen, vijf patronen te onderscheiden die deze organisaties kenmerken. 1) De zorginhoud stuurt het organiseren, 2) fundamentele flexibiliteit in strategie en planning, 3) vertrouwen boven controle, of: 'clan control', 4) institutioneel ondernemen en 5) betekenis maken. Deze patronen komen in beide organisaties voor. Van Dalen noemt het met opzet patronen, omdat het geen objectieve of louter rationele eigenschappen zijn; je kunt ze niet zomaar klakkeloos als organisatietheorie beschouwen. Juist het feit dat deze organisaties zo 'eigen' of authentiek zijn zorgt ervoor dat de wijze van sturing maar moeilijk te universaliseren is. Ze hebben zich vereenzelvigd met de besturing, en deze zijn niet zomaar uit elkaar te trekken. Er zijn echter wel aanknopingspunten, en dat zijn deze patronen. De kern van het proefschrift, en tevens van de patronen, zit hem in het feit dat besturing misschien wel het meest effectief is als het er in slaagt 'anders' te zijn; als het paradigmatische gedragspatronen weet te doorbreken door een andere taal te gebruiken waardoor mensen even stilstaan en gaan nadenken over waar ze eigenlijk mee bezig zijn. Deze bijna Christologische vorm van besturing is wat Van Dalen prachtig beschrijft en daarmee doet ze een lichtje branden aan het eind van de zorgtunnel.

Over Henk den Uijl

Henk den Uijl is beleidsmedewerker bij de Nederlandse Vereniging voor Toezichthouders in Zorginstellingen.

Deel dit artikel

Wat vond u van dit artikel?

0
0

Boek bij dit artikel

Populaire producten

    Personen

      Trefwoorden