Marije van den Berg doet met haar boek Stop. - Stopstrategie voor organisaties een essentiële bijdrage aan de veranderings- en leertheorieën van Chris Argyris, Ed Schein, Peter Senge, Otto Scharmer en te onzent bijvoorbeeld Hans Vermaak. Want om te kunnen veranderen, iets toevoegen, moet er volgens haar ook altijd iets af. Stoppen dus met wat vanzelfsprekend leek en waarmee we vergroeid waren. Stoppen, omdat doorgaan schadelijk is voor mens en organisatie.
De kracht van het boek zit ‘m niet alleen in de uitgebreide aandacht die zij besteedt aan het hele fasegewijze (sociaal)psychologische proces van stoppen, maar ook - en nauwelijks minder - in haar taalgebruik, de metaforen die zij gebruikt en de constante verwijzing naar wat stoppen in ons dagelijkse leven inhoudt. Als dat goed tot de lezer van het boek doordringt worden stoppen en veranderen in organisaties niet iets metafysisch, van een hogere orde, van managementgoeroes, maar iets dat bij het leven hoort. Het boek laat ons zien dat bewust en in samenhang stoppen in organisaties zelden gebeurt. Hoe komt dat? En hoe bouw je een ‘stopstrategie' op die effect sorteert en door de belanghebbenden ook als zodanig beleefd worden?
Stoppen is om een reeks van redenen moeilijk. Bijvoorbeeld omdat we weten wat we hebben en niet weten wat we krijgen Omdat op de achtergrond altijd iets speelt van falen dat we niet willen toegeven (schaamte, verliesaversie). Omdat ‘doen' hoger gewaardeerd wordt dan ‘niet doen' (action bias). Maar ook omdat we in staat zijn de werkelijkheid anders voor te stellen dan deze feitelijk is. En natuurlijk speelt heel vaak mee dat het zo weldadig en vertrouwd aanvoelt op de ooit ingeslagen weg door te gaan. Daar komt bij dat hoe langer je met iets bezig bent, hoe meer je je betrokken voelt en hoe moeilijker stoppen is (escalatie van commitment; sunk cost fallacy). Dat verklaart waarom we meesters zijn in het negeren van stoptekens en waarom we kritische stoppers liever afserveren dan naar hen te luisteren. Heel vaak is stoppen slechts half stoppen. Dat heeft te maken met slecht leiderschap. Er worden dingen beloofd, soms visies ontvouwd, maar er worden geen keuzes gemaakt, omdat dan bijvoorbeeld pijnlijke effecten op de korte termijn zichtbaar worden. Wat ook met slecht leiderschap te maken heeft is de ambities hoog opschroeven, maar de omstandigheden niet creëren om de doelen te kunnen realiseren. Die discrepantie laten voortbestaan leidt tot halfslachtig redderen.
De STOP-strategie van Marije van den Berg bestaat uit vijf stappen: van afremmen - via achterom kijken en afscheid nemen - naar afleren en afronden. Stoppen begint bij het minderen van vaart. Juist dan kun je je de vraag stellen wat je nodig hebt en wat niet meer, je ziet en herkent de stoptekens. Het vraagt van ons alerte aanwezigheid en een vol bewustzijn, maar ook het besef dat je het oude achterlaat, zonder het nieuwe nog te kennen (waardering van groundlessness). Achterom kijken is nodig om precies te weten waarmee je stopt, wat de effecten ervan zijn en waarmee het samenhangt (mechanismen). Je wilt weten op welke vraag je een antwoord wilt hebben om uiteindelijk te kunnen stoppen. Dat kan te maken hebben met Relatie, Inhoud of Proces (RIP), dan wel een combinatie hiervan.
Daarna komt de fase van afscheid nemen in beeld. Hierbij is de kracht van rituelen essentieel, die de liminaliteit - het overgangsgebied tussen oud en nieuw - markeren. Het oude moet netjes worden afgehecht. Misschien wel het moeilijkste komt daarna: het afleren van oud gedrag. Hier stuit je op ingesleten overtuigingen, die je dieper gaat beschouwen (double loop leren) en je denken raakt en die daardoor als pijnlijk ervaren kan worden.
Afleren betekent, volgens Van den Berg, dat je het paradigma, het sterke verhaal afleert en uiteindelijk beseft dat je intentionele gedrag (espoused theory) haaks heeft gestaan op je feitelijk getoond gedrag (theory-in-use). In de laatste fase van afronding gaat het om de re-integratie van het nieuwe. We moeten ons weer senang voelen bij de nieuwe realiteit en tegelijkertijd beseffen dat ook deze realiteit eindig is. Dat besef van eindigheid zou je eigenlijk al bij de start van het nieuwe project, programma, beleid willen vastleggen. Onder welke omstandigheden zijn we bereid te stoppen? Regelmatig checken hoort daar bij.
Het boek van Marije van den Berg is qua taal en thematiek heel toegankelijk en daarom een absolute aanrader voor mensen en organisaties die zich al wel of juist nog niet bewust zijn van een potentiële veranderopgave. En wie is dat nu niet? Kortom: een specifieke doelgroep om dit boek te lezen is er niet. Het betreft ons allemaal. Zeker in een tijd van crisis waarin we nu leven en oude recepten niet meer werken. Niet op het strategische niveau en daardoor ook niet op het tactische en operationele niveau.
Hoewel Marije van den Berg het niet met zo veel woorden zegt, houdt zij ons wel de spiegel van verandering voor: durven we te stoppen, zijn we bereid ‘dode paarden feestelijk te begraven'? En durven we op een andere manier te sturen? Minder alomvattend en top down en meer vanuit kernwaarden en resultaatkaders?
Met Stop. - Stopstrategie voor organisaties levert Marije van den Berg een essentiële bijdrage aan de veranderings- en leertheorie, en praktijk.
Over Paul Misdorp
Paul Misdorp is Directeur van VinNDT (Veranderen in Nieuw Denken Toepassen) en kennispartner van Zeelenberg, adviseurs voor Mens en Organisatie en van House of Coherence.