Van den Berg begint De Beleidsbubbel met een uitgebreide ‘Vooraf’ waarin ze ons onder andere vertelt wat de beleidsbubbel is. Het is haar woord voor een beleidssysteem dat te sterk gekoppeld is met het politieke en bestuurlijke systeem. En te zwak met de gemeenschap. De bewijslast voor de werking van beleid zou moeten liggen bij de bestuurders en beleidsmakers en die bewijzen haal je uit de gemeenschap, uit de uitkomsten in buurten, uit de maatschappelijke werkelijkheid.
Crisis is sexy
In datzelfde hoofdstuk houdt van den Berg een pleidooi voor goed beheer. Beheren is aandacht geven en voeden om een systeem gezond te houden. Ter plekke, passend en precies zijn, daar gaat het om. Beheer is het meest verwaarloosde onderdeel van het overheidswerk. Beheer is echter saai, crisis is sexy. Er is weinig eer te behalen aan beheren en onderhouden, want geen ramp, dus geen held. Heel herkenbaar!
Hygiënefactoren
Het werk moet dus beter en vanuit een andere plek. Maar we hebben nog steeds onderlinge afspraken nodig. Om onze samenleving te ordenen en organiseren hebben we beleid nodig. In hoofdstuk 2 vertelt van den Berg wat dat is. Bij beleid gaat het om de standaarden voor het overheidswerk en het beheer ervan. Zo maakt de voorspelbaarheid die standaarden leveren, samenwerking mogelijk en kun je standaarden zien als hygiënefactoren.
Parkeren van olifanten
In hoofdstuk 3 legt van den Berg uit waarom de beleidsbubbel groter en sterker wordt. Helaas zijn daar vele redenen voor, schrijft ze. De meeste mechanismes die de bubbel in stand houden of zelfs groter blazen, hebben te maken met macht en zeggenschap. Een van de patronen is bijvoorbeeld het parkeren van olifanten in formaliteiten. Je kunt ze herkennen in convenanten waarin alle conflict en verlies verstopt zit onder een dikke laag draagvlak, uitruilen en techniek.
Schijnwerper
In hoofdstuk 4 gaat van den Berg aan de slag met het laten leeglopen van de beleidsbubbel. Dat doet ze door te ontmoeten, te ontrommelen en te ontkoppelen. Ontmoeten is het contact met de werkelijkheid van alledag herstellen. Ontrommelen gaat over het goed kunnen werken in een complexe context aan publieke, democratische en staatsrechtelijke kwaliteit, zonder tureluurs te worden. En ontkoppelen gaat over relaties die er toe doen. Kiezen wat we belangrijk genoeg vinden om de schijnwerper op te zetten. En wat je dus buiten beschouwing laat en niet meekoppelt.
Zijpaden
Van den Berg houdt van zijpaden nemen. Zo gaan we van systeemdenken naar abstraheren, van het risico van paradigmaverkleving en werken als een hele kip (en dus niet als een kip zonder kop) naar een ordening op basis van relatie, inhoud en proces. Ze waarschuwt de lezer dat ze geen concrete antwoorden op vragen geeft als: hoe ziet een subsidieregeling eruit als je vanuit de gemeenschap werkt. Maar ze komt wel steeds met levendige voorbeelden en citeert uit vele boeken en artikelen. Wat is deze schrijfster belezen én bijzonder goed ingelezen in dit onderwerp!
In hoofdstuk 5 (Bewijs, beleid, beheer) zijn we toe aan beleidsbeheer, het beleidswerk dat we doen in de gemeenschap. Als de beleidsbubbel leeg is, stoppen we met beleid maken. We gaan beleid beheren. Bewijs, beleid en beheer staan niet voor niets in die volgorde. We beginnen bij de gemeenschap, bij het bewijs. Beleid gaat dan over de standaarden die de overheid hanteert. En dat beleid moeten we gaan beheren.
Gemeenschapsgericht
Ten slotte pleit van den Berg in hoofdstuk 6 er nog eens voor dat politici en bestuurders gemeenschapsgericht moeten werken. Welke maatschappelijke kwesties moet die overheid dan belangrijk vinden, welke niet? Besluiten nemen en erop toezien dat er van die besluiten terechtkomt wat ze voor ogen hadden. Helaas verslapt de politieke aandacht na het besluit. Meer aandacht voor uitvoering vanuit de beleidsbubbel helpt onvoldoende. Politici moeten het zwaartepunt van hun werk in de gemeenschap leggen en beleid gaan beheren, ter plekke. Van ‘kaderstellen en controleren’ naar ‘toezien en besluiten’.
Bloemrijke associatie
Toen ik dit boek dichtsloeg, duizelde het me even. Ik houd wel van scherp, gestructureerd en to-the point. En zoals van den Berg zelf al constateert, is zij daar niet van: ‘doe mij maar lekker de eindeloze associatie en steeds weer een nieuwe plek’. Ze heeft een bloemrijke schrijfstijl met talloze herhalingen en kleurrijke voorbeelden die ze zo uit haar mouw schudt. Ik zie haar al tegenover me zitten, een spraakwaterval die vol vuur en met veel gebaren vertelt. Dat heeft wel iets gezelligs. Ze had haar boodschap ook in de helft van het aantal woorden kunnen doen. Maar dat is niet haar stijl, want ze heeft veel te vertellen.
De beleidsbubbel doet ertoe. Het onderwerp is relevant en actueel. Wat mij betreft mogen er meer boeken verschijnen over dit onderwerp. Laten we om te beginnen dit boek allemaal maar eens lezen.
Over Annemarie Smits
Annemarie Smits werkt als projectleider duurzaamheid bij een uitvoeringsorganisatie van de rijksoverheid. Daarvoor was ze IT projectmanager en consultant bij onder andere een grote bank en een internationaal adviesbureau. Daarnaast helpt ze auteurs met het schrijven van hun roman, non-fictie boek of managementboek.