Het is te merken dat auteur Ben Kuiken journalist is en geen managementdenker. ‘De laatste manager’ is niet het zoveelste literatuuronderzoek met achter de komma enige vernieuwing, het is een heldere afstandelijke analyse zoals alleen een journalist die kan maken. Toegegeven, citaten als ‘een sterke gezagsstructuur is voor een bedrijf als cholesterol in de aderen’, ‘organisaties leiden aan een levensbedreigende vorm van obesitas’, ‘de manager zal uitsterven’ en ‘het is een kwestie van tijd totdat de grote hiërarchische organisatie door zijn hoeven zakt’, zijn misschien populistisch en ontdaan van elke wetenschappelijke onderbouwing, maar ze raken wel pijnlijk hard de kern. Kuiken agendeert in zijn boek een belangrijk thema. En alleen al dat agenderen, rechtvaardigt dat harde data ontbreekt.
Kuiken schetst terecht een beeld van werkend Nederland, waarin de tijd dat we aan de lopende band ‘ons ding’ opgelegd kregen, ver achter ons ligt. Anno 2010 hebben we te maken met medewerkers die hooggeschoold en weldenkend zijn, en prima in staat om zichzelf te sturen. Oké, toegegeven, zelfsturende teams hebben het de laatste jaren nog niet gered (mede als gevolg van de crisis), maar het is een kwestie van tijd voordat managers overbodig worden. Althans, de generalistische manager; de manager die geschoold is op een MBA in het ‘vak’ management. Deze mensen voegen veelal geen enkele waarde toe en kunnen alleen functioneren op basis van hiërarchie. En juist dat accepteert de nieuwe generatie niet. Die laat zich veel minder dan in het verleden sturen.
Kuiken gaat zelfs zo ver om de brede managementopleidingen formeel ten grave te dragen. Daarmee zegt hij echter niet dat managers helemaal geen rol meer zullen spelen. Grote organisaties zullen aangestuurd moeten worden, maar dan wel a.u.b. door mensen die een vak hebben geleerd en weten waarover ze het hebben als ze een organisatie aansturen. Kortom: de manager in een schoenenfabriek kan morgen echt geen autodivisie leiden. De generalistische manager is een uitstervend ras, voor de vakinhoudelijke manager is er toekomst. En, zegt Kuiken erbij, er is geen enkele reden waarom managers meer moeten verdienen dan een professional. Betaal je identiek, ben je direct de bonusdiscussie kwijt en geef je de manager ook een waarde mee die intrinsiek is aan zijn kunnen.
Kuiken beschrijft in zijn boek een aantal organisaties die (vrijwel) managerloos opereren. Buurtzorg Nederland is wat hem betreft wel het mooiste voorbeeld. Een thuiszorgorganisatie waarbij kleine units van zelfstandig opererende verzorgers hun eigen boontjes doppen. Inmiddels een paar duizend zielen groot en managerloos. Jammer dat de overheid dat voorbeeld als bezuinigingsoplossing vooralsnog naast zich neerlegt. Lees: er zijn nog te veel managers in Den Haag die klassiek hiërarchisch managen, in plaats van de manager die Kuiken bepleit.
Semco in Brazilië, de politie… De voorbeelden van Kuiken illustreren dat er al behoorlijk wat organisaties ‘om’ zijn, en de auteur is dan ook best positief over wat zich in Nederland managersland afspeelt. Al zijn we er nog niet. Onkruid vergaat niet en dat zal voor veel managers in Nederland vooralsnog de redding zijn (mede dankzij de crisis waarin mensen hunkeren naar zekerheid). Toch kan er geen andere conclusie zijn voor wie ‘De laatste manager’ leest: menig werknemer zal hunkeren naar een managerloos Nederland. Mensen willen de ruimte, maar zijn best bereid iets te accepteren van een vakbroeder die inspireert. Juist dat moet de manager zijn. ‘De laatste manager’ is een boeiend pleidooi voor vrijheid, gelijkheid en ondernemerschap. Er had mogelijk een bijsluiter bijgekund in het boek. Bijwerking: mogelijk pijnlijk confronterend voor generalistische managers met burn out tot gevolg.
Over Ronald Buitenhuis
Ronald Buitenhuis is freelance journalist.