Kuiken vervolgt zijn fictieve terugblik op deze tijd: ‘Grote legers functionarissen, managers genaamd, moesten erop toezien dat de gewone werker, eufemistisch "medewerker" genoemd, datgene uitvoerden wat de top van de organisatie had bedacht. Uiteindelijk verloren ook zij de greep op hun organisaties en stortten deze tijdens enkele crises aan het begin van de eenentwintigste eeuw als kaartenhuizen in elkaar.’
Dit scenario dat te lezen is in De laatste manager, het nieuwe boek van filosoof en journalist Kuiken, kan echter nog afgewend worden, aldus de schrijver. Maar dan moet er snel iets gedaan worden aan de grote legers functionarissen, de managers dus. Hij ging op zoek naar - en vond - bedrijven die doordrongen zijn van dit inzicht en de traditionele bedrijfsstructuur danwel werkwijze hebben afgezworen. Het resultaat van deze zoektocht is een gevarieerde verzameling bedrijfsportretten waarin behalve de usual suspects - het Braziliaanse Semco ontbreekt in geen enkel boek over vernieuwend leiderschap, zo ook hier niet - ook minder voor de hand liggende bedrijven en bedrijfstakken worden belicht, met op de achtergrond steeds diezelfde vraag: welke rol is er weggelegd voor de manager binnen deze bedrijven? De conclusie die hij - en waarschijnlijk ook menig lezer - trekt is dat het allemaal wel wat minder kan - nee, móet - met de managers die feitelijk meer kwaad dan goed doen. Ze beknotten de creativiteit van de werknemers in plaats van die te prikkelen, en de voorbeelden die Kuiken hiervan geeft in het boek zijn helder en overtuigend. Zeer interessant zijn de zijwegen die hij af en toe bewandelt. Een verhandeling bijvoorbeeld over de ontstaansgeschiedenis van het centrale gezag binnen de krijgsmacht, de geboorte van het moderne management dankzij Frederick Winslow Taylor, of een persoonlijk relaas over een ziekenhuisbezoek. Kuiken benadert zijn onderwerp vanuit vele invalshoeken.
De grootste kracht van Kuikens boek is dat hij de materie heeft benaderd met de verfrissende blik van de goed ingevoerde buitenstaander. Zijn aanpak getuigt van pure, oprechte nieuwsgierigheid waaraan geen scherp waarde- of vooroordeel ten grondslag ligt. Natuurlijk, het moge duidelijk zijn dat Kuiken dit boek niet heeft geschreven omdat hij vindt dat alles vooral zo moet blijven als het is, maar hij trekt ook niet verbaal ten strijde tegen bedrijven die niet meedoen met het ‘nieuwe werken’. Zijn boek nodigt vooral uit tot reflectie, en laat een keur aan alternatieven zien voor het traditioneel opgezette bedrijf. Informatief, lezenswaardig en confronterend: als het goed is zal ‘De laatste manager’ menig leidinggevende aan het denken zetten.