Om elk misverstand te voorkomen, eerst het volgende. Prof. Weggeman behoort voor mij tot de school van Inspirerende Vernieuwende Hollandse Managementdenkers - ik heb hem dan ook als zodanig genoemd in m’n eigen managementboek (Risicogestuurd werken in de praktijk, red.). Met dit als uitgangspunt heb ik zijn nieuwste boek ter hand genomen. Pas aan het eind van het boek, in de verantwoording, staat expliciet vermeld dat de nieuwe Weggeman een ‘ingekorte en op onderdelen herziene versie’ is van zijn bestseller uit 2007. Daar is op zich niets mis mee. Want dan denk ik aan essenties, die al in de titel zijn genoemd, en aan voortschrijdend inzicht. Dat de inkorting ten koste is gegaan van wetenschappelijk kennis is ook prima te verantwoorden. Tenminste, als dat betekent dat er minder diep wordt uitgeweid over allerlei managementtheorieën. Niet als dat betekent dat stevig ingenomen stellingen wel erg summier onderbouwd worden, of dat eigenlijk helemaal geen recente kennis is meegenomen. Twee voorbeelden. In het begin van hoofdstuk 1 beweert de auteur dat 80% van de professionals liever iets goed doet dan fout. Wat betekent dat voor die resterende 20%? Doet die liever iets fout dan goed? Of doet die helemaal niets? Zo erg kan het toch niet zijn in de meeste organisaties? Waar komt dit vandaan? En dan dat TNO/CBS onderzoek, waarin onderscheid wordt gemaakt tussen mensen die het gevoel hebben zelfstandig te kunnen werken, en zij die zich minder vrij voelen. In die eerste groep noemen twee maal zoveel mensen zich innovatief dan in de tweede groep. Let op de cursieve woorden, zijn ze dan ook twee maal zo innovatief, en waar blijkt dat dan uit? Spijkers op laag water? Niet als je tot mijn favoriete managementdenkers behoort. Overigens zijn dat TNO/CBS onderzoek, samen met de Engelse vertaling van Weggeman’s bestseller, de enige twee referenties van ná 2010. Afgerond 3 procent, op een totaal van 67 aangehaalde bronnen (evenals Weggeman ben ik ook ingenieur). Is er de afgelopen vijf jaar echt zo weinig wetenswaardigs ontwikkeld in wetenschappelijk managementland? Dit maakt dat voor mij niet alleen de inhoud van het boek minder vernieuwend is dan verwacht, de toon is dat ook. Al een aantal jaren is MBA-bashing usance in bepaalde kringen. Deels terecht, zeg ik als MBA, die overigens zonder spreadsheetmanagement is opgeleid. Inmiddels is dat ook wel voldoende gezegd. Evenals het benadrukken van de verschillen tussen het Angelsaksische model (‘slecht’) en het Rijnlandse model (‘goed’). Mede als we in ogenschouw nemen dat de werkelijk disruptive innovations, zoals recentelijk Über en Airbnb, toch echt nog steeds uit de Verenigde Staten komen. De sjoemelsoftware van die über-Rijnlandse autofabrikant beschouw ik maar niet als innovatief. Genoeg kritiek! Want het boek blijft natuurlijk wel een Weggeman, met scherpe waarnemingen, dito schrijfstijl en een schat aan pakkende praktijkvoorbeelden. En dat je als (risico)manager in veel gevallen beter vooruit komt door een stap terug te doen onderschrijf ik volledig. Dit samen met diverse andere actuele managementauteurs, zoals Thom Verheggen met ‘Ontmanagen voor managers’ en Paul Verburgt met ‘Minimal Management’. Zeker voor de wat minder ervaren leidinggevenden aan professionals biedt het boek vele wijze inzichten. Die worden met nuchterheid, en hier en daar een licht cynische ondertoon, gebracht. Is cynisme geen in boosheid verpakte teleurstelling? Is Weggeman misschien na al die jaren toch een tikkeltje teleurgesteld, dat het (terug)geven van de broodnodige autonome aan de professional zo traag gaat? Het zij hem vergeven, dat gáát immers ook te traag. Samenvattend, het zal duidelijk zijn, ik ben niet helemaal weg van de nieuwe Weggeman. Maar prof. Matthieu Weggeman blijft voor mij een voorbeeld. Nieuw of minder nieuw, zijn ‘Essenties van leidinggeven aan professionals‘ is het lezen meer dan waard, met en zonder MBA.
Over Martin van Staveren
Martin van Staveren is adviseur, auteur, docent en spreker. Hij ontwikkelde het gedachtegoed voor risicoleiderschap. Met zijn bureau VSRM helpt hij organisaties doelgericht om te gaan met risico’s én kansen in complexe situaties. Eerder schreef hij onder andere Risicogestuurd werken (2015), Risicoleiderschap (2018) en Iedereen Risicoleider (2020).