Een bezoekje aan de website www.ralphlauren.nl verschaft helderheid. Je wordt ondergedompeld in een ambiance van rustige doch swingende jazz en een schemerlicht dat lederen tasjes doet vonkelen. Ondertussen schuift een geanimeerde collage met ge-photoshop-te schoentjes, avondjurken en sjaaltjes door het beeld. Buiten regent het, binnen is het warm, chique en gezellig. Die onzin dus. Sorry, ik bedoel; dát gevoel. De modellen op de site, zowel mannen als vrouwen, blinken uit in zelfvertrouwen en ogen uitermate succesvol. Een tikkeltje arrogant, dat wel.
Een andere, hippere collectie van Ralph Lauren "ademt de sfeer van jeugdigheid en een koel vleugje stad" uit. Voor dezelfde doelgroep heeft de modeontwerper ook de parfum 'Polo Blue' op de markt gebracht. In de tv-commercial, of beter gezegd 'clip', komen alle 'Beverly Hills 90210'-tragedies en geluksmomenten voor die je je maar kunt voorstellen. De tune is van de populaire Amerikaanse soft rock band The Jayhawks. "I'm gonna make you love me, dry your tears, we gonna stay together, for a million years." Inderdaad, een echte beleving. Maar wel eerst even spuiten met die parfum...
Fabriceren van behoeften
Wat ik nu geschreven heb, zou zo in het boek ‘De infantiele consument’ van Benjamin R. Barber opgenomen kunnen worden. Het is zijn stijl, zijn tactiek om de lezer mee te sleuren in een zwaar deprimerend wereldbeeld. Barber, een Amerikaanse politicoloog en voormalig adviseur van Bill Clinton, doet ons geloven dat onze beschaving – groot geworden door het kapitalisme en beheersbaar gebleven door democratieën – aan het instorten, aan het demoraliseren is. Zonder dat we het in de gaten hadden, zijn wij – de consumenten – ten prooi gevallen aan het totalitarisme van opgedrongen behoeftebevrediging.
In zijn boekpresentatie licht Barber dat als volgt toe. “Het vroege kapitalisme draaide om productie die voorzag in 'n echte behoefte waarbij winst gemaakt werd. Het nieuwe kapitalisme draait echter om consumptie. Geen uitgestelde, maar onmiddelijke bevrediging. Het nieuwe kapitalisme produceert geen goederen en diensten voor echte behoeften die we hebben. Het fabriceert behoeften om producten te verkopen die we niet per se willen.”
Narcisme, privatisering en infantilisering
Barber beweert dat het moderne kapitalisme niet meer dienstbaar is aan naties, aan samenlevingen, maar uitsluitend aan zichzelf. De slaven van dit systeem zijn volgzame consumenten met het ethisch besef van een pinda. De kuddes in de winkelstraten. Zij - en daar bedoelt hij eigenlijk iedereen in de westerse wereld mee – hebben “geen ethos van verantwoordelijkheid, hard werk of uitgestelde behoeftebevrediging, maar een ethos van narcisme, privatisering en infantilisering.” Het doemdenken schuwt hij allerminst. “Consumenten moeten als kinderen zijn. Ik wil, ik wil. Hebben, hebben. Dat creëert een nieuwe economie die volwassen dom maakt, die kinderen bederft. Ze benadert burgers als consumenten. Dat is dodelijk voor de democratie, maar ook voor het kapitalisme zelf.”
Spruitjeslucht
Heeft Barber gelijk? Dat is een vraag die hij eigenlijk niet openlaat. Om zijn observaties kun je niet heen, ze kloppen, ze zijn herkenbaar. En critici maakt hij het erg moeilijk. Barber is namelijk niet te diskwalificeren op grond van ideologie of levensovertuiging. Het is geen communist, geen moslim. Sterker, hij gelooft in het kapitalisme zoals het ooit bedoeld was. Een captain of industry als Ben Verwaayen, de topman van Britisch Telecom, wierp in het VPRO-programma dan ook niet meer tegen dan dit: “Het is gekletst, nostalgia, hij kijkt in de achteruitkijkspiegel.” Spruitjeslucht dus, maar daarmee breng je Barbers betoog niet aan het wankelen.
Dan Herman Wijffels, bewindvoerder bij de Wereldbank. Als begenadigd polderaar, in het bezit van een groot maatschappelijk hart, gaf hij tegenover VPRO-presentator Felix Rottenberg toe dat “Barber een aantal dingen te berde brengt die ongetwijfeld een reflectie zijn van wat er op het moment in de maatschappelijke ontwikkelingen te zien is.”
Gecamoufleerde kruistocht
Oké, Wijffels is iemand van de twijfels – niet iemand die een boek kan aanprijzen – maar in zijn positieve commentaar op het boek brengt hij Barbers betoog onbedoeld meer aan het wankelen dan Verwaayen. “Ik denk dat er een tegenbeweging aan het opkomen is, dat is de duurzaamheidsbeweging”, stamelde de econoom. “Waarbij het uitgangspunt niet zo zeer is ‘wat kunnen we vandaag te pakken krijgen’, maar meer: hoe kunnen we zodanig leven dat we in harmonie met andere mensen, met de natuur, met de aarde, het leefsysteem aarde, onze eigen levens bestemming geven en invullen. En dat is eigenlijk de nieuwe polariteit die ik zie in sociaal-economisch opzicht.”
Hoewel Wijffels commentaar doet denken aan Prinses – “Ik kan met bomen praten” – Irene, raakt hij hier een gevoelige snaar: want waarom bespreekt Barber niet uitgebreid het Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen (MVO), de milieukeurmerken, de ‘eerlijke koffie’, de succesvolle – hoe tijdelijk ook - consumentenboycots tegen multinationals als Shell en Nike? De verbanning van hardhout uit meubelzaken, de ‘kijk-in-de-keten’-projecten en de Wereldwinkels? Hij kiest er expliciet voor om die initiatieven niet of nauwelijks aan te halen. Barber weigert ze te bespreken als, mocht hij dat vinden, weinig effectieve, goedbedoelde geitewollensokken-initiatieven.
Het is de kracht van het goede niet noemen. En dat maakt zijn boek minder wetenschappelijk, ook al doet de boekenkast van grote denkers die hij om laat vallen het tegendeel vermoeden. De politicoloog is 422 bladzijden lang op kruistocht, en camoufleert die kruistocht met een literatuurlijst van 87 (!) bladzijden. Dat is zijn zwakte, maar ook zijn kracht: want van een tunnelvisionair is het moeilijk een debat te winnen.
Kortom, Barber is niet van de alternatieven, de nuance, van het weerleggen van hypotheses. Althans, niet in dit boek. Nee, zijn pil is een vat buskruit. En in het ontsteken daarvan is hij geslaagd. De diagnose die hij bij het moderne kapitalisme stelt, is zo ernstig en overdreven dat politici, vakbondsmensen, mensenrechten- en milieuorganisaties er de rechtvaardiging uit zullen halen om grootkapitalisten de duimschroeven aan te draaien. Het boek van Barber is zogezegd de brandstof voor de tegenbewegingen die hij niet noemt.
Over Steven de Jong
Steven de Jong is zelfstandig redacteur (Stevenschrijft.nl) en schrijver van de roman Bezorgde burgers (Lebowksi). In 2023 reageerde hij, namens Stichting Support Stotteren en Start Foundation, op tachtig vacatures met de vraag of de functie ook openstaat voor gekwalificeerde kandidaten die stotteren. Een ontluisterende verkenning waarvan hij verslag doet in De kracht van het verschil (Durden).