Signalen van binnen of buiten de organisatie zijn om van te leren. Hoe er het hoogste leerrendement behaald kan worden, waarbij tevens de rol en verantwoordelijkheden van de leidinggevende ter sprake komen, wordt per hoofdstuk in dit boek uitgelegd:
Het bespreekbaar maken van (integriteits)kwesties
De medewerker die met zijn leidinggevende in gesprek komt, heeft zelf ook een rol en verantwoordelijkheid te vervullen als het gaat om de acties die ondernomen kunnen worden. De typen gedragingen die aan de orde kunnen zijn, van ongepast gedrag tot strafbare handelingen, worden in die volgorde behandeld.
Klachtbehandeling
Iedere leidinggevende wordt wellicht geconfronteerd met klagende burgers. Klagen over gedragingen van het bestuursorgaan waar men mee in contact is geweest, is een recht van iedere burger. In dit hoofdstuk wordt de procedure uitgelegd (op basis van jurisprudentie) en worden de rollen en verantwoordelijkheden van klagers en beklaagden uiteengezet. Ook de rol en verantwoordelijkheden van de Nationale ombudsman komen aan de orde.
Klachtbehandeling van ongewenste omgangsvormen
Dit hoofdstuk behandelt de wijze waarop ongewenste omgangsvormen tussen medewerkers onderling besproken kunnen worden zonder gericht te zijn op bestraffing of anderszins. Deze materie blijkt zeer lastig te zijn, omdat ongewenste omgangsvormen kunnen bestaan uit pesterijen, maar ook uit (ernstige) strafbare feiten (bijvoorbeeld aanranding/verkrachting).
Het vermoeden van een misstand
De rol van de leidinggevende is zeer bepalend voor het traject dat een werknemer als klokkenluider kan opstarten. Daarom geeft dit hoofdstuk praktische tips voor de leidinggevende als het gaat om een vermoeden van een misstand en wat onder een vermoeden van een misstand moet worden verstaan (definities).
Het vermoeden van een integriteitsschending
Signalen vanuit de maatschappij en/of vanuit de organisatie kunnen dermate verontrustend zijn dat er intern onderzocht moet worden wat er feitelijk aan de hand is. Men kan een oriënterend onderzoek met of zonder medeweten van de medewerker verrichten. De leidinggevende heeft een actieve of passieve rol als het gaat om te verrichten onderzoeken. Dat wordt in dit hoofdstuk behandeld, maar ook de stappen die tijdens dit type onderzoek genomen kunnen worden, komen aan de orde (op basis van relevante jurisprudentie).
Het tuchtrechtelijk onderzoek
Als er een vermoeden is dat een ambtenaar plichtsverzuim heeft gepleegd, kan het bestuursorgaan ervoor kiezen om een disciplinair onderzoek in te stellen.
Bij aanvang van dit type onderzoek moet er een aanzeggingsbrief worden geformuleerd. De leidinggevende kan een rol van betekenis hebben als het gaat om het formuleren van die aanzegging. Alle stappen worden uitgelegd op basis van de meest relevante jurisprudentie.
Juridische aspecten bij interne onderzoeken
Als er een procedure wordt opgestart, komen de rechten en plichten van zowel de werkgever als de werknemer om de hoek kijken. De leidinggevende krijgt in dit hoofdstuk alle relevante informatie en jurisprudentie als het gaat om die aspecten en de eventuele samenloop met het strafprocesrecht.
Maatregelen van orde
Ter bescherming van de belangen van de organisatie kunnen zogenaamde ordemaatregelen getroffen worden die de werknemer rechtstreeks in zijn dienstverband kunnen raken.
Personeelsinstrumenten
Iedere leidinggevende moet in staat zijn om een goed gesprek te kunnen voeren met zijn/haar medewerkers. Alle personeelsinstrumenten (40+) die men reeds in handen heeft, worden besproken.
Oene Bouman was een onderwijzer en een voormalig hoofdinspecteur van politie. Zoals hij lesgeeft, schrijft hij zijn boeken: helder en met structuur. Binnen de JPO-reeks is dit inmiddels zijn vierde boek en als voormalig belangenbehartiger bij de Nederlandse Politiebond (NPB) heeft hij zich gespecialiseerd in het klachtrecht en het tuchtrecht. Hij verzorgt niet alleen opleidingen en trainingen voor professionals, maar geeft ook lezingen en workshops aan verschillende doelgroepen. Momenteel werkt hij veel voor Caribisch Nederland. Daarnaast verricht hij interne onderzoeken bij diverse bestuursorganen. Op die manier koppelt hij de praktijk aan de (beschreven) theorie. Hij is de auteur van Praktijkgids voor leidinggevenden bij signalen van een (integriteits)kwestie.
Over Oene Bouman
Oene Bouman is oprichter van het opleidingsbureau JPO en het onderzoeksbureau Se Conduire (‘zich gedragen’). Hij verzorgt opleidingen en trainingen voor professionals en is tevens internationaal docent, gastspreker, adviseur en onderzoeker. Hij is specialist op het gebied van te verrichten interne onderzoeken binnen bestuursorganen. Met name het klachtrecht (extern en ongewenste omgangsvormen), het bestuursrecht (vermoedens van afbreuk), het tuchtrecht (vermoedens van plichtsverzuim) en het ambtenarenrecht (ontwikkelingsgericht personeelsbeleid) hebben zijn interesse vanwege de mogelijke samenhang met het strafprocesrecht.
Oene Bouman is tevens auteur van vier praktijkgidsen die voornoemde (rechts)gebieden beschrijven, zodat een ieder de kennis kan opdoen die voor hem/haar van belang is. Kennis moet men immers willen delen.