Ik ben niet de enige die ‘Verwaarloosde organisaties’ boeiend vind; het proefschrift wat de basis vormt voor dit boek kreeg wetenschappelijke erkenning in de vorm van een nominatie van de Vrije Universiteit en het boek is door de Orde van Organisatiedeskundigen en –Adviseurs (OOA) uitgeroepen tot het boek van het jaar.
In dit fascinerende boek wordt een nieuw concept in de veranderkunde geïntroduceerd die is gebaseerd op een combinatie van praktijkervaring en bestaande theorie. De schrijver constateerde uit eigen ervaring dat sommige organisaties buitengewoon weerbarstig kunnen zijn als het gaat om het implementeren van veranderingen. In deze organisatie bleken bestaande veranderkundige aanpakken niet het gewenste effect te sorteren.
Bij zijn zoektocht naar de oorzaak hiervan heeft Joost Kampen de problematiek in een ander brondomein onderzocht, namelijk die van de orthopedagogiek. Er bleken zowel interessante en opvallende overeenkomsten te zijn tussen de gedragingen van verwaarloosde kinderen en de medewerkers in de organisatie, als tussen verwaarlozende ouders en het management van de organisatie.
Op basis van dit gegeven heeft de schrijver de passende term ‘verwaarloosde organisaties’ geïntroduceerd. De verwaarlozing in een organisatie heeft vaak een lange geschiedenis, waarin fusies en reorganisaties met regelmaat een grote rol spelen. De verwaarlozing zorgt ervoor dat de medewerkers eigenlijk alleen maar aan het overleven zijn. Als belangrijkste oorzaak van de verwaarlozing noemt Kampen het langdurig ontbreken van sturing en begeleiding door het management.
Aan de hand van twee casussen bij het GVB (Gemeentelijk VervoersBedrijf) in Amsterdam wordt deze theorie op een degelijke manier onderbouwd. Het is soms schokkend om te lezen hoe het eraan toe ging. Er werden bijvoorbeeld hakenkruizen gekerfd op de deur van de kamer van de manager die de misstanden aan wilde pakken. Echt ongelofelijk dat dit heden ten dage in bedrijven gebeurt.
Vervolgens geeft Kampen zestien kenmerken aan de hand waarvan je kunt bepalen of een organisatie een verwaarloosde organisatie is. Enkele indicatoren zijn bijvoorbeeld het fysiek/emotioneel beschikbaar zijn van de leiding, de positie en invloed van de staf en zelfhandhavingsgedrag van de medewerkers.
Daarnaast geeft Kampen een afwijkende aanpak voor het stellen van een diagnose. Richt je onderzoek op ‘wat er ontbreekt’ in plaats van wat ‘er mis is’. Dit kan alleen door het alledaagse organisatieleven te observeren.
Een goede eerste stap in het verandertraject in een verwaarloosde organisatie is het vaststellen van de ontwikkelingsfase van de organisatie en de interventies daarop aan laten sluiten. De interventies dienen allereerst het alledaagse organisatieleven te normaliseren. Deze aanpak is geënt op de orthopedagogische aanpak van gezinnen waarin verwaarlozing aan de orde is.
Kortom een compleet en goed doordacht boek, waarin zowel aandacht is voor de theorie als de praktijk. Soms leest het door de uitgebreide literatuuronderbouwing wat minder lekker weg, maar ondanks dat is het zeker een aanrader voor iedereen die te maken heeft met het implementeren van veranderingen in een organisatie. En dat hoeft bovendien zeker niet per se een verwaarloosde organisatie te zijn. De beschreven methode voor diagnose en aanpak zijn ook in ‘gezonde’ organisaties bruikbaar.
Over Sonja de Bruin
Sonja de Bruin is oprichter en eigenaar van Themis Consultancy. Themis Consultancy verleent diensten op het gebied van Quality Assurance en Process Improvement aan bedrijven die zich bezighouden met software- en/of systeemontwikkeling.