Eén van de trends lijkt het toenemende belang van spiritualiteit te zijn. Het werk zelf konden we tijdens corona met technische hulpmiddelen redelijk goed doen. Gegevens waren beschikbaar, communicatie via tekst en beeld bleek goed mogelijk. Maar je collega’s niet of nauwelijks in levenden lijve zien, de menselijke kant van het kantoor, dat is wat ons weer deels of geheel naar die fysieke plek gaat brengen.
En als dat menselijke zo gemist is, is het een taak van de leider om hier goed mee om te gaan. Dit vereist een aantal eigenschappen, zoals empathie, authenticiteit, letten op zingeving en mensen zien op een manier die haaks staat op de kwantitatieve kant van managen. Dus niet als Human Capital, maar als mens van vlees en bloed, met emoties, wensen en verwachtingen.
Holistisch HR beleid
De tweede trend is er al wat langer: het accentueren van de relatie kwaliteit van werk en kwaliteit van leven. Een onderwerp waar meer en meer werkgevers zich in hun holistisch HR-beleid mee bezig zijn gaan houden. Het bracht onder andere de mindfulness-hype en andere manieren om aandacht aan stress en gezondheid te geven.
Leiderschap is in de toekomst niet exclusief en uitsluitend voor kantooromgevingen. Het heeft betrekking op alle plekken waar mensen samenwerken, betekenis geven en soms hart en ziel in hun werk leggen.
Hesse
Het spirituele mag zweverig klinken, maar er is in het verleden regelmatig op terug gegrepen. En niet door de minsten. Steven Coveys zeven eigenschappen heeft een stevige christelijk mythische inslag. En Covey, praktiserend Mormoon, was de laatste om dat te ontkennen. Populair is ook het model van dienend leiderschap zoals dat in 1970 door Robert Greenleaf voor het eerst is beschreven. Hij putte uit het werk van Herman Hesse (1877 – 1962), een groot Zwitsers schrijver (Nobelprijs voor de Literatuur 1946) en denker. Greenleaf was met name geïnspireerd door het karakter van Leo in de novelle Die Morgenlandfahrt (Reis naar het Morgenland, 1932). Deze Leo, een bijna onbetekenende arbeider, ontpopt zich in dit verhaal tot een dienend leider. Hesse’s inspiratie lag in de Oosterse filosofieën. Het model van dienend leiderschap is vandaag de dag bijvoorbeeld uitgewerkt in Inge Nuijtens Dienend Leiderschap - Ultieme gids voor het creëren van energie en eigenaarschap. Zij werkt acht kenmerken uit: authenticiteit, bescheidenheid, rentmeesterschap, verantwoordelijkheid, empowerment, vergeving, waardering en moed.
Kloosterleven
Veel van deze kenmerken zijn ook terug te vinden in modellen van het kloosterleven. Eén van de bekendere is dat van de heilige Benedictus van Nursia (480 - 547) die met zijn Regel van Benedictus de toon en ritme bepaalt waar de Benedictijnse monniken in hun kloosters naar leven. Tot op de dag van vandaag. Kenmerk van dit leven is het in dienst stellen van de gemeenschap. Leiderschap in deze omgeving gaat over de kunst van oefenen en leren. Een langdurig proces met vooruitgang en tegenslag. Filosoof Wil Derkse leeft in de traditie van deze monniken en heeft in zijn werk Benedictijnse stuurmanskunst de vertaling gemaakt van een eeuwenoud leiderschapsmodel naar ons moderne leven. Niets gehaast en met gebruikmaking van ervaringen uit in honderden jaren opgebouwde gemeenschapscultuur.
Taoïsme
Terug naar de spiritualiteit van het Oosten. Veronique Kilian kiest in haar boek Leidinggeven aan zelforganisatie Een paradox? de inspiratie van het taoïsme. Om zelforganisatie te laten slagen moeten de vijf aardse elementen vuur, aarde, metaal, water en hout in balans zijn. Vuur staat voor leidinggeven aan zelforganiserende teams en bevlogen werken, aarde voor het midden, ritme en eenheid, voor gemeenschap, metaal voor effectief en transparantie, water voor kwetsbaarheid en stromen van emotie en tot slot hout voor persoonlijke ontwikkeling van het team en haar leden. Vanuit dit model brengt ze zelforganisatie in de praktijk.
Uitgangspunt
Al deze spiritueel geïnspireerde leiderschapspraktijken hebben hetzelfde uitgangspunt: de mens, en de gemeenschap waarbinnen hij/zij functioneert. De menselijke organisatie sluit daar ook helemaal op aan: de mens als individu centraal in het werk en de organisatie, en dus niet als kapitaal of resource. Auteur Marjon Bohré- Den Harder schreef dit boek niet voor managers, maar voor leiders in alle soorten en maten. Met of zonder officiële titel. Ze neemt stelling tegen het dehumaniseren van de mens in de organisatie en het terugbrengen van verbinding, vertrouwen en voldoening. Iets waar we post-corona kennelijk collectief behoefte aan hebben.
Atlas of the Heart
Bohré-Den Harder verwijst in haar boek vaak naar de onderzoeken en de populairwetenschappelijke werken van Amerikaanse Brené Brown. Van haar hand is recent Atlas of the Heart verschenen. Een wondermooi uitgegeven boek waarin tientallen emoties letterlijk in kaart gebracht zijn. Kennis en onderkenning van de complexiteit van een mens geeft ieder van ons de kracht van begrip en keuze.
En daarmee is de cirkel rond. Geniet van elkaars aanwezigheid, op een fysieke kantoorplek of een andere ontmoetingsruimte. Met mensen werken is ook een onderdeel van elkaars werk. Als je de mogelijkheid ziet, geef daar leiding aan. Al dan niet geïnspireerd door andere krachten.
Over Bertrand Weegenaar
Bertrand Weegenaar is als hogeschooldocent HBO-ICT werkzaam op Windesheim. Zijn voorliefde ligt bij de onderwerpen strategie, marketing, geschiedenis; biografieën en internet; e-business.